Net als in de voorgaande jaren slaan de actieve fangroeperingen rond Roda JC opnieuw de handen ineen met Univé om de economisch kwetsbaarste gezinnen in Parkstad te ondersteunen. De jaarlijkse inzamelactie richt zich vooral op kinderen en jongeren die tijdens de feestdagen wel een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken. Roda JC ondersteunt dit initiatief volledig en spreekt met trots uit hoe waardevol deze inzet voor de regio is.

Samen sterk voor de regio

De actie had de afgelopen jaren een groot succes en ook dit jaar hopen we samen opnieuw een hartverwarmend resultaat neer te zetten. De ingezamelde goederen en giften gaan onder meer naar het Consuminderhuis in Kerkrade, Heerlen, Hoensbroek en Landgraaf, de voedsel- en kledingbanken in Limburg, het Moeder-Kindhuis Heerlen en Landgraaf, Stichting Kinderhulp Amstenrade en het COA Limburg.

Wat kan er worden gedoneerd?

Voor Sinterklaas en Kerst worden cadeaus ingezameld voor kinderen van 0 tot 16 jaar. Speelgoed, snoepgoed, knutselspullen en creatieve materialen zijn welkom, net als geldgiften waarmee ontbrekende cadeaus en inpakmateriaal worden aangeschaft.

Voor kinderen van 6 tot 12 jaar is extra behoefte aan leerzaam en stimulerend speelgoed, zoals bordspellen, knutselsets, bouwpakketten of rekenschriftjes. Voor jongeren van 12 tot 16 jaar zoeken we vooral cadeaus die bijdragen aan hun zelfstandigheid, talentontwikkeling en zelfvertrouwen, zoals hobby- en creatieve sets, sportartikelen, verzorgingsproducten en leermaterialen.

Alle ingeleverde spullen dienen compleet, schoon en in goede staat te zijn. Knuffels kunnen we vanwege hygiënerichtlijnen niet aannemen.

Wanneer en waar inleveren?

De inzameldagen vinden plaats op donderdag 20 november en donderdag 4 december, telkens van 19.00 tot 21.00 uur, in het Parkstad Limburg Stadion. Inleveren kan in de stewardruimte links naast Ingang West.

Bron: Roda JC

Het aantal incidenten met zogenoemde nepagenten nam in augustus en september nog af, maar inmiddels neemt dat weer toe. In totaal zijn er dit jaar tot en met oktober 10.631 incidenten geregistreerd van oplichting waarbij verdachten zich voordeden als politiemedewerkers. ‘Staat er een agent aan de deur met een boodschap over het veiligstellen van uw geld, pinpas en waardevolle spullen? Bel dan direct 112’, adviseert Sybren van der Velden Walda van de politie.

Omdat de daders zich vooral richten op 70-plussers startte er in juli in samenwerking met Omroep Max een landelijke campagne om ouderen te waarschuwen. ‘Uit onderzoek blijkt dat onze boodschap goed blijft hangen bij de doelgroep en hun omgeving’, zegt Van der Velden Walda. Toch laten de cijfers zien dat oplichters nog vaak gebruikmaken van babbeltrucs met nepagenten. Daarom blijft waarschuwen belangrijk.

Heterdaad
Het advies aan mensen die mogelijk nepagenten aan de deur hebben is altijd 112 bellen. Niet alleen om te controleren of iemand een echte politiemedewerker aan de deur heeft, legt Van der Velden Walda uit. ‘De kans dat we deze nepagenten op heterdaad kunnen aanhouden wordt daarmee groter. Gelukkig zien we ook een toename van het aantal aangehouden verdachten.’ Hij roept op verdachte telefoontjes of bezoeken te melden, ook al is er slechts een poging gedaan. ‘Elke melding helpt onze opsporingskracht te vergroten.’

Overzicht cijfers
Het aantal incidenten daalde na juli, maar laat weer een stijging zien. Hieronder een overzicht van het aantal incidenten dit jaar:

Op 20 november, de Internationale Dag voor de Rechten van het Kind, is het Stadskantoor in Kerkrade blauw uitgelicht om extra aandacht te vragen voor kinderrechten. Wereldwijd worden op deze dag gebouwen en landmarks blauw verlicht als signaal dat de rechten van kinderen blijvende bescherming en aandacht verdienen.

De datum verwijst naar 20 november 1989, de dag waarop het VN-Kinderrechtenverdrag werd aangenomen. Inmiddels hebben bijna tweehonderd landen het verdrag ondertekend, waaronder Nederland. Ondanks deze brede steun staan kinderrechten wereldwijd nog regelmatig onder druk, waardoor jaarlijkse bewustwording volgens de organisatie noodzakelijk blijft.

Ook binnen de gemeente Kerkrade is aandacht besteed aan het thema. In het onderwijs en in verschillende jongerencentra, waaronder The Mix, The Dream, The New Generation en ’t Westhoes, gingen kinderen en jongeren met elkaar in gesprek over wat kinderrechten voor hen betekenen. Daarbij stond vooral bewustwording centraal, evenals het luisteren naar elkaars ervaringen en het ontdekken van de impact van deze rechten op het dagelijks leven.

Bron: Berichtgeving Gemeente Kerkrade

De handtekeningen in Den Haag zijn gezet: Regio Deal Zuid-Limburg krijgt 10 miljoen euro om verder te bouwen aan een sterke regio. Afgelopen jaar is geconstateerd dat de programmalijnen en projecten van Regio Deal Zuid-Limburg 4e tranche een stevig fundament vormen voor verandering, vernieuwing en vooral voor lange termijn impact in de regio. De investeringen en aanpak van Regio Deal Zuid-Limburg bleken bovendien een krachtige motor te zijn voor samenwerking met als resultaat de recentelijke oprichting van stichting Samenwerking Zuid-Limburg. Dit alles vormt dan ook de basis waarop de tweede Regio Deal (6e tranche) gaat voortbouwen met de strategische agenda ‘Zuid-Limburg gaat over grenzen heen’ als leidraad.

Versnellen en versterken
In deze tweede regio deal voor Zuid-Limburg, die loopt tot 31 december 2030, kunnen we dankzij cofinanciering (verdubbeling van Rijksbijdrage) 20 miljoeninvesteren in de volgende drie opgaven.

Opgave 1 Het versnellen van de transitie naar een toonaangevende, grensoverstijgende circulaire en innovatieve kenniseconomie.
Als regio in het hart van de Euregio Maas-Rijn hebben we een groeipotentieel dat vraagt om onder andere het wegnemen van grensbelemmeringen, het behouden van talent voor de regio, het stimuleren van de aanwezigheid van toekomstbestendig MKB en bedrijventerreinen, het koppelen van Brightlandscampussen en het behouden en verduurzamen van Chemelot als strategische motor voor de Zuid-Limburgse economie.

Opgave 2 Het versterken van het ons omringende unieke landschap, rekening houdend met een duurzaam economisch perspectief voor ondernemers en een goede kwaliteit van leven.
De komende jaren onderzoeken we middels diverse projecten alternatieve verdienmodellen voor de bestaande landbouw. We richten ons daarnaast op het zoeken van geschikte invullingen voor vrijkomende agrarische gebouwen, zodat de kwaliteit van het landschap niet wordt aangetast. En we willen de mogelijkheden van het landschap om mensen naar de regio te trekken en in de regio te houden beter gaan benutten.

Opgave 3 Het werken aan sterke en gezonde gemeenschappen.
Niet alleen in steden als Sittard-Geleen en Maastricht, maar ook in kleinere kernen zoals Vaals en Valkenburg is sprake van meervoudige achterstanden en problemen. Een slechtere gezondheid, lagere arbeidsparticipatie, toenemende 2 / 2 eenzaamheid en verminderde zelfredzaamheid in combinatie met (ondermijnende-) criminaliteit en onveiligheid legt druk op onze gemeenschappen. Dus komt er meer aandacht voor kwetsbare gezinnen, jongeren en ouderen. Gaan we werken aan onder andere brede bestaanszekerheid en een duurzame toeleiding naar werk. En het bieden van perspectief aan jongeren in de regio. Uiteraard met aandacht voor scholing, werk, ontmoeting én ondernemerschap.

Gezamenlijke aanpak
Om de kansen die er liggen te kunnen verzilveren en dus tot blijvende resultaten te komen, werkt Regio Deal Zuid-Limburg samen met Stadsregio Parkstad (Regio Deal Parkstad) én met maatschappelijke en private partners. Daarnaast wordt ook de samenwerking met Midden en Noord-Limburg aangejaagd. Met deze twee regio’s wordt een monitoringsinstrument ontwikkeld, waarmee de aanpak in projecten kan worden geëvalueerd en het lerende vermogen worden vergroot.

Bron: Persbericht Regio Deal Zuid-Limburg

Gemeente Heerlen, Zuyderland en woningcorporatie Weller lanceren een gezamenlijke aanpak om werk en wonen actief aan elkaar te koppelen. De campagne is gericht op het terugdringen van personeelstekorten in de zorg én het versterken van Heerlense buurten en gemeenschappen. Zorgprofessionals die in Heerlen willen werken of al in de regio actief zijn, krijgen via deze aanpak sneller toegang tot geschikte woonruimte. Hiermee kunnen talent behouden én nieuw talent aangetrokken worden, van dichtbij en van elders. De aanpak sluit aan bij de Heerlense woonpijlers Investeren, Koesteren en Reguleren en draagt bij aan sterke en stabiele buurten waarin mensen die cruciale voorzieningen draaiende houden ook daadwerkelijk kunnen wonen.

Eerste succes
Het allereerste succes van deze aanpak is inmiddels zichtbaar. Verpleegkundige Jordi vond tegelijkertijd een baan op de Spoedeisende Hulp van Zuyderland én een Weller-woning in het Heerlense Maankwartier. Zijn situatie laat zien hoe de nieuwe aanpak in de praktijk werkt: mensen die zorgen voor de stad kunnen ook in de stad wonen. Het gaat hierbij niet om een incidentele oplossing, maar om een structurele werkwijze die vanaf nu breder wordt toegepast. De komende tijd worden op 11 kritische functies wervingscampagnes uitgerold, waarvan de eerste vier vandaag officieel van start gaan.

Parkstadwet
De campagne loopt vooruit op de Parkstadwet, de regionale vertaling van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp). In nauwe samenwerking met het Nationaal Programma Heerlen-Noord en buurgemeenten deed Heerlen in september een aanvraag voor toepassing van de Wbmgp bij het Rijk. Naar verwachting treedt de Parkstadwet in werking op 1 januari 2026, om later volgend jaar ook in Kerkrade en Brunssum van toepassing te worden. De wet geeft gemeenten meer mogelijkheden om woningen met voorrang toe te wijzen aan cruciale beroepsgroepen zoals zorgmedewerkers. Door nu al volgens deze lijn te werken, doen de samenwerkende partijen waardevolle ervaring op om personeelstekorten aan te pakken en tegelijkertijd Heerlense buurten sterker en stabieler te maken.

Steunpilaren en stuwkrachten
Casper Gelderblom (Wonen) is blij met de start van de campagne. “In Heerlen zetten we vol in op sterke en gezonde gemeenschappen, en deze eerste Parkstadwet-campagne sluit daar naadloos bij aan. Ik ben trots op de samenwerking met Weller en met Zuyderland, dat nu zijn nek uitsteekt voor het behoud van toegankelijke zorg in onze stad en streek. Voor mij markeert deze campagne dan ook een doorbraak. We zetten een stap voorbij het doemdenken over afschaling van zorg, en richten ons in plaats daarvan op oplossingen voor de onderliggende uitdagingen, zoals het personeelstekort. Het feit dat iemand als Jordi nu tegelijk een baan én een woning vindt, toont de potentie van deze nieuwe aanpak. Daarmee koesteren we steunpilaren die blijven en verwelkomen we stuwkrachten die zich bij ons voegen. Zo versterken we de zorg én onze gemeenschap. Met de Parkstadwet kan deze beweging straks op volle kracht worden voortgezet.”

Bron: Persbericht Gemeente Heerlen

• In Roermond zijn er veel toiletten per km2 en bezoeker. Ook is één derde rolstoeltoegankelijk. Roermond heeft echter geen structureel toiletbeleid.
• Valkenburg aan de Geul heeft het hoogste percentage openbare toiletten van heel Limburg.
• De gemeente Simpelveld heeft veel toegankelijk toiletten én babyverschoontafels.
• Heerlen in de afgelopen jaren flink bezig geweest om toiletten open te stellen.
• Aan de onderkant zien we vijf gemeenten die samen nul openbare en slechts 25 opengestelde toiletten tellen, met in Voerendaal geen enkel opengesteld toilet in de WC Wijzer. Voerendaal heeft wél zeven toiletten opengesteld via de app Ongehinderd. Deze is echter bij het brede publiek, maar ook bij buik- en blaaspatiënten, onbekend omdat deze zich vooral richt op toegankelijkheid.

Gisteren, 17 november, vond de veiligheidsconferentie georganiseerd door de MAHHL+ steden plaats in Heerlen. Een van de thema’s die de steden Maastricht, Aken, Hasselt, Heerlen, Luik, Sittard-Geleen en Genk hebben geagendeerd tijdens de conferentie was ‘ondermijning in de grensregio’. Met als doel te onderzoeken hoe er meer kan worden samengewerkt en welke randvoorwaarden daarvoor nodig zijn.

MAHHL+ organiseert al bijna 20 jaar veiligheidsconferenties rondom gemeenschappelijke thema’s. Dit jaar heeft burgemeester Roel Wever aangeboden om Heerlen gaststad van deze conferentie te laten zijn.

Samenspel noodzakelijk bij ondermijning

De aanpak van ondermijning vereist een hechte samenwerking tussen politie en bestuur. In de grensregio zijn de uitdagingen extra groot. Daarom spelen burgemeesters en lokale bestuurders hierin een cruciale rol. Politiecapaciteit is een basisvoorwaarde, maar tegelijkertijd is politie alleen niet genoeg. Hoe dit samenspel in de praktijk werkt, en welke randvoorwaarden ervoor nodig zijn om dit effectief te laten verlopen, stond centraal tijdens deze conferentie.

De burgemeesters gingen in gesprek met elkaar, maar ook met Directeur generaal ondermijning Annemieke van Dam van het ministerie van JenV en politiechef Jan van Loosbroek van Politie-eenheid Limburg en de Belgische en Duitse collega’s van politie, OM en hogere overheden. Tijdens de conferentie kwamen zowel politie- als bestuurlijke perspectieven aan bod. Onder andere de stellingen In 2030 is onze grensregio de eerste Europese experimenteerzone met betrekking tot veiligheid en moeten alle partijen onconventionele maatregelen en oplossingen zoeken om grip te houden op de veiligheid.

Uitkomst conferentie

Concluderend: “Ondermijning in de grensregio vraagt nú om maatregelen met lef, zoals meer experimenteerruimte met gemengde teams, zodat er meer uitwisseling kan plaatsvinden. Daarnaast vraagt een grensregio om extra politiecapaciteit. En willen we elkaar bestuurlijk meer opzoeken.”

Burgemeester Roel Wever was tevreden over de conferentie. De volgende stap is dat wij nog meer samen gaan optrekken in de aanpak.

Bron: Persbericht Gemeente Heerlen

Een grote stroomstoring, digitale aanval of een overstroming door heel veel regen. In een noodsituatie werken dingen ineens niet meer zoals we gewend zijn. Er is geen stroom, er komt geen water uit de kraan of internet werkt niet. Om mensen daarop voor te bereiden, stuurt de overheid ruim 8,5 miljoen huishoudens het Informatieboekje ‘Bereid je voor op een noodsituatie’ toe. Met praktische tips en voorbeelden helpt het informatieboekje om het bij een noodsituatie 72 uur thuis vol te houden. Huishoudens krijgen het informatieboekje tussen 25 november en 10 januari 2026 thuisbezorgd.

Het informatieboekje is onderdeel van de meerjarige Denk vooruit-campagne, die mensen helpt zich zo goed mogelijk voor te bereiden op 72 uur zonder water, stroom of internet. Want in de eerste 72 uur van een noodsituatie zijn de overheid en hulpdiensten op de plekken waar zij het hardst nodig zijn. Dat doen zij om de crisis snel onder controle te krijgen en mensen in veiligheid te brengen. Ze kunnen niet overal tegelijk zijn. Daardoor zijn de meeste mensen de eerste 72 uur op zichzelf aangewezen. Het informatieboekje helpt mensen zich voor te bereiden. Daarin staan de volgende drie stappen centraal.

Stap 1: Stel een noodpakket samen
Met een noodpakket ben je goed voorbereid om het thuis de eerste 72 uur van een noodsituatie vol te houden. Een noodpakket samenstellen is makkelijker dan je denkt. Sommige spullen heb je mogelijk al in huis: kaarsen, houdbaar eten, een zaklamp met batterijen, een powerbank, een klein EHBO-setje of een deken. Maar is het genoeg voor 72 uur? Kijk goed naar je eigen situatie en wat je extra nodig hebt: denk aan babyvoeding, medicijnen of eten voor je huisdier. Met de lijst in het informatieboekje stel je makkelijk een noodpakket samen. Lukt het verzamelen van een noodpakket niet alleen? Dan kan je ook samen met familie, je buren of mensen in de buurt een noodpakket samenstellen.

Stap 2: Maak een noodplan
Een noodsituatie is moeilijk te voorspellen. Daarom is het goed als je vooraf hebt nagedacht over wat je doet bij een noodsituatie. Dat kan met een noodplan. Daarin staan duidelijke afspraken met de mensen om je heen, over wat jullie doen. Bijvoorbeeld hoe je elkaar kan bereiken, waar je elkaar ontmoet, wie de kinderen van school ophaalt en wie er extra hulp nodig heeft. Bij het informatieboekje zit een losse kaart waarop je de afspraken uit je noodplan kunt invullen. Ook staat er een voorbeeld van wat je allemaal kan doen als je 72 uur zonder stroom zit.

Stap 3: Praat met elkaar en help elkaar
Mensen kunnen onzeker zijn of bezorgd raken over de gedachte aan een noodsituatie. Of iemand heeft hulp nodig om zich voor te bereiden. Door met elkaar te praten, hoor je hoe anderen ermee omgaan en kun je elkaar helpen. Misschien heeft iemand nog helemaal niet nagedacht over wat te doen en help jij diegene op weg. Of misschien weet jij niet waar je moet beginnen en helpt het als iemand met jou meedenkt. In het informatieboekje staan vragen die je kunt gebruiken om in gesprek te gaan met anderen. Zoals waar heb jij je op voorbereid? Heb je hulp nodig? En waar maak jij je zorgen over?

Heb je vragen over de inhoud van het informatieboekje? Kijk dan op www.denkvooruit.nl/vraag-en-antwoord.

Informatieboekje online en in verschillende talen beschikbaar
Naast de papieren versie die alle Nederlanders in de brievenbus ontvangen, is het ook te lezen op www.denkvooruit.nl/informatieboekje. Op www.denkvooruit.nl/vertalingen komt het informatieboekje vanaf 25 november ook in andere talen beschikbaar, zoals Engels, Duits, Pools, Frans, Arabisch, Turks, Chinees en Spaans. Ook zijn er versies in Nederlandse gebarentaal en in makkelijke taal.

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) coördineert de Denk vooruit-campagne. De NCTV werkt in de campagne samen met nationale, regionale en lokale overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke partners.

Bron: Persbericht Rijksoverheid