In aanloop naar het Witness Seminar over de Heerlense heroïnecrisis doen het Royal Theater, het Nederlands Mijnmuseum, schrijver en kunstenaar Maurice Hermans en historicus Gemma Blok (Open Universiteit) een brede oproep aan inwoners om verhalen, objecten en audiovisueel materiaal te delen. De bijeenkomst vindt op dinsdag 18 november plaats in het Royal Theater en vormt onderdeel van het Jaar van het Heerlens Erfgoed.

De initiatiefnemers willen een meerstemmig beeld samenstellen van een periode die diepe sporen heeft nagelaten in de stad. Volgens de organisatie is het van belang dat ook persoonlijke ervaringen uit de voormalige mijnstreek worden vastgelegd. “We roepen zoveel mogelijk burgers op om verhalen te delen over de heroïnecrisis in de jaren 1970–2000,” laat Maurice Hermans weten. Hij benadrukt dat terugkijken meer is dan documenteren alleen: “Praten over deze drugscrisis uit het verleden kan een basis zijn voor anders omgaan met drugsproblematiek in heden en toekomst. We initiëren dit event ook omdat we denken dat terugkijken een helende werking kan hebben. Op individueel niveau, maar mogelijk ook op stedelijk niveau.”

Het project sluit aan bij het Jaar van het Heerlens Erfgoed, waarin de stad aandacht geeft aan zowel de hoogtijdagen als de periode van maatschappelijke en economische neergang. 

De heroïnecrisis in Heerlen was, net als in andere Europese steden, onderdeel van een internationale ontwikkeling. Hermans geeft aan dat dit historisch besef een rol speelt binnen het initiatief. “De stad Heerlen liep door deze periode een flink stigma op dat tot op de dag van vandaag doorwerkt. Maar wat er gebeurde was onderdeel van een internationale ontwikkeling. De drugshandel en –gebruik explodeerden overal in het Westen na 1960.”

Het Witness Seminar maakt gebruik van een vorm van mondelinge geschiedschrijving waarbij ooggetuigen onder begeleiding herinneringen delen. De bijeenkomst wordt omringd door aanvullende activiteiten, waaronder een tijdelijke interactieve expositie en een oproep voor zogenoemd found footage. “Zoals bijvoorbeeld de oproep naar beeldmateriaal uit die periode in Heerlen, dat dan kan worden gedigitaliseerd en eventueel vertoond,” aldus Hermans. Daarnaast wordt een eendaags museum ingericht waarbij inwoners worden uitgenodigd om persoonlijke voorwerpen en herinneringen in te brengen. “Dit museum voor één dag brengt met hulp van het publiek een kleine collectie bijeen rond de thematiek.”

Over de toekomst van het verzamelde materiaal blijft de organisatie bewust voorzichtig, omdat vooraf niet kan worden voorspeld wat wordt ingebracht. “In hoeverre objecten worden opgenomen in de collectie of in hoeverre audiovisueel materiaal zal worden gedigitaliseerd, hangt af van wat het is en in hoeverre het past in de instellingen die het eventueel opnemen in hun collectie,” licht Hermans toe.

Het project sluit aan bij het Jaar van het Heerlens Erfgoed, waarin de stad aandacht geeft aan zowel de hoogtijdagen als de periode van maatschappelijke en economische neergang. “In de optiek van de organisatie vormt de periode van de Laagtijdagen net zo veel onderdeel van de markante geschiedenis van de Nederlandse mijnstreek, als de bloeiende periode,” zegt Hermans. Hij hoopt dat het project bijdraagt aan een opener gesprek: “Hopelijk draagt het bij aan een andere omgang met die periode, bijvoorbeeld doordat het stigma vermindert waardoor er meer ruimte voor een open dialoog ontstaat.”

Het Witness Seminar vindt plaats op dinsdag 18 november om 19.00 uur in het Royal Theater in Heerlen. Deelname is gratis, aanmelden kan via deze link. Praktische informatie over het aanleveren van verhalen, objecten en materiaal is te vinden op de website van het Nederlands Mijnmuseum.