Luister live
In de eerste helft van 2024 is de Nederlandse bevolking met 39,0 duizend inwoners gegroeid. Dit is 13,6 duizend minder dan in dezelfde periode vorig jaar, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van voorlopige cijfers. De daling in bevolkingsgroei komt voornamelijk door een afname van het aantal immigranten en een toename van zowel emigranten als overledenen. Eind juni telde Nederland 17,98 miljoen inwoners.
Migratie als belangrijkste groeifactor
In de eerste zes maanden van 2024 vestigden zich 138,0 duizend mensen in Nederland, terwijl 92,0 duizend mensen naar het buitenland vertrokken. Hierdoor kwamen er per saldo 46,0 duizend mensen bij door buitenlandse migratie, wat ruim 12,0 duizend minder is dan in dezelfde periode vorig jaar. De daling komt doordat de immigratie met ruim 11,0 duizend is afgenomen en de emigratie met bijna duizend is toegenomen.
Natuurlijke aanwas negatief
Tot en met juni werden er 81,3 duizend kinderen geboren en overleden er 88,4 duizend mensen, wat resulteerde in een natuurlijke aanwas (geboorte min sterfte) van -7,2 duizend. Vorig jaar in dezelfde periode was dit -6,0 duizend.
Sterke daling Europese migranten
Het migratiesaldo (immigratie min emigratie) uit Europese landen was in de eerste helft van 2024 lager dan een jaar eerder. Dit komt deels doordat er minder vluchtelingen uit Oekraïne naar Nederland kwamen en het migratiesaldo van vrijwel alle andere Europese landen daalde. Ook het aantal migranten van buiten Europa, met name uit Azië, nam af.
Hoewel de meeste immigranten uit Europa kwamen, was het aantal Europese emigranten ook het grootst. Per saldo kwamen de meeste migranten uit Azië.
Herkomst migranten
De landen waar in het eerste halfjaar van 2024 per saldo de meeste migranten vandaan kwamen zijn Syrië (11,3 duizend), Oekraïne (6,6 duizend), Turkije (4,5 duizend), Roemenië (2,0 duizend) en Zuid-Afrika (1,6 duizend). Het aantal Indiase immigranten is sterk gedaald: in het eerste halfjaar van 2022 kwamen er nog 4,9 duizend migranten uit India naar Nederland, terwijl dit in de eerste helft van 2024 slechts 1,5 duizend was.
