Verontruste signalen van bewoners aan de Marktstraat in Hoensbroek over woningen

De CDA-fractie in Heerlen heeft schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van verontruste signalen van bewoners aan de Marktstraat in Hoensbroek. Volgens de fractie zijn verschillende huishoudens recent geconfronteerd met onverwacht hoge verwarmingskosten, die oplopen tot bedragen tussen de €2.500 en €4.000.

Situatie
De bedragen zouden automatisch zijn geïncasseerd, zonder voorafgaand overleg met de bewoners. Daarnaast melden betrokkenen dat hun maandelijkse voorschotten aanzienlijk zijn verhoogd, waardoor de financiële druk verder toeneemt. Volgens de bewoners zijn hun maandlasten in korte tijd verdubbeld en moeten zij de hoge eindafrekening nu via een betalingsregeling voldoen.

Naast de financiële zorgen wijzen bewoners ook op bouwkundige tekortkomingen. Zo zouden er onlangs kunststof kozijnen zijn geplaatst, maar zijn de kieren volgens hen niet afgekit. Opvallend is dat de woningen desondanks een energielabel A hebben ontvangen. De appartementen aan de Marktstraat zijn in eigendom van woningcorporatie Woonpunt.

Onduidelijkheid
Het CDA noemt de situatie zorgwekkend en vraagt om duidelijkheid over de gang van zaken en de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen. “Bewoners mogen niet de dupe worden van onduidelijke communicatie of gebrekkig onderhoud,” aldus de fractie in een toelichting.

Onze redactie heeft contact opgenomen met woningcorporatie Woonpunt en enkele vragen voorgelegd over de gestegen kosten, de communicatie met bewoners en de gemelde bouwkundige problemen. Zodra een reactie is ontvangen, wordt deze aan het bericht toegevoegd.

Verwarmingskosten
De kwestie rond de hoge verwarmingskosten aan de Marktstraat in Hoensbroek roept vragen op over de rechten en plichten van huurders en verhuurders bij collectieve verwarmingssystemen en energieprestatiekeuringen. Maar hoe zit het eigenlijk? Volgens de Warmtewet (2014) mogen verhuurders of warmteleveranciers alleen kosten in rekening brengen die daadwerkelijk zijn gebaseerd op het verbruik en de vaste leveringskosten. In gebouwen met een gedeelde installatie, zoals een blokverwarming, wordt de totale energierekening verdeeld over de aangesloten woningen.

De woningcorporatie of warmteleverancier is verplicht jaarlijks een gespecificeerde afrekening te verstrekken, zodat bewoners kunnen zien hoe de kosten zijn opgebouwd. Onverwachte verhogingen zonder toelichting of zonder inzicht in het verbruik kunnen aanleiding zijn voor bezwaar. Huurders die twijfelen aan de juistheid van hun afrekening kunnen zich wenden tot de Huurcommissie of de Autoriteit Consument & Markt (ACM), die toeziet op naleving van de Warmtewet.

Energielabels?
Elk woongebouw in Nederland moet beschikken over een geldig energielabel, dat aangeeft hoe energiezuinig de woning is. De keuring en afgifte van het label wordt uitgevoerd door een erkende energieadviseur die geregistreerd staat bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

De adviseur voert een inspectie uit op basis van vaste criteria, zoals isolatie, beglazing, verwarmingsinstallatie en ventilatie. Op basis van deze gegevens wordt een label toegekend, variërend van A (zeer zuinig) tot G (zeer onzuinig).
Het label is tien jaar geldig, maar moet opnieuw worden vastgesteld als er ingrijpende bouwkundige wijzigingen plaatsvinden, zoals het vervangen van kozijnen of isolatiemateriaal.

Indien bewoners twijfelen aan de juistheid van het energielabel — bijvoorbeeld wanneer sprake is van gebrekkige afwerking of warmteverlies — kunnen zij hierover een melding doen bij de RVO of de betreffende energieadviseur verzoeken om herbeoordeling.