OPINIE: Een paar jaar geleden legde het coronavirus het hele land plat. Straten waren leeg, winkels gesloten en zelfs een kuchje kon genoeg zijn om dagenlang in quarantaine te moeten. Inmiddels lijken die tijden ver achter ons te liggen. Toch lijkt het gesnotter weer begonnen. In de afgelopen weken zijn in mijn directe omgeving zeker zeven mensen ziekgemeld. Ook ikzelf ontkwam niet: keelpijn, hoofdpijn, een benauwde ademhaling en een verstopt hoofd. Even dacht ik: het zal toch niet weer corona zijn?
Een snelle zelftest leek de enige manier om zekerheid te krijgen. Maar die bleek niet zo vanzelfsprekend meer. Waar de grote zoekmachines nog aangaven dat coronatests “gewoon in de supermarkt” verkrijgbaar waren, liep ik drie winkels met lege handen uit. Uiteindelijk vond ik bij de bekende rood-getinte drogisterijketen nog een verpakking van vijf testen – losse verpakkingen waren al maanden uitverkocht. De uitslag: negatief. Een opluchting. Maar het riep wel een vraag op: hoe zit dat tegenwoordig eigenlijk met corona?
De Rijksoverheid is daar duidelijk over: testen op corona is niet meer nodig. “Ook een zelftest is niet meer verplicht,” zo valt te lezen op de website van de overheid. “Houd u zich wel aan de algemene adviezen om luchtweginfecties te voorkomen.” Alleen wie zelf twijfelt, mag er nog voor kiezen om te testen.
Dat advies kan bij velen in het verkeerde keelgat schieten. Want wie herinnert zich niet de lockdowns, de avondklok en het sociale isolement dat miljoenen mensen raakte? Bedrijven gingen failliet, gezinnen raakten ontwricht en ouderen vereenzaamden. Dat we nu doen alsof corona een gewone verkoudheid is, voelt voor sommigen als een harde klap in het gezicht van al die offers. Daarbij komt dat veel mensen langdurige klachten hielden na een besmetting — de zogenaamde long covid — die hun dagelijks leven blijvend beïnvloedt.
Toch is het te gemakkelijk om corona af te doen als een hoofdstuk dat beter nooit geschreven had moeten worden. Het virus eiste wereldwijd miljoenen levens, en ook in Nederland overleden ruim 22.000 mensen aan de gevolgen van COVID-19. Ziekenhuizen raakten overbelast, zorgpersoneel stond op omvallen en families namen afscheid via beeldschermen. De pandemie toonde hoe kwetsbaar onze samenleving kan zijn, maar ook hoe veerkrachtig: wetenschap, samenwerking en beleid hebben samen een catastrofe weten te beperken.
Dat er vandaag geen testplicht meer is, heeft dan ook een duidelijke reden. Dankzij vaccinaties, opgebouwde groepsimmuniteit en beter inzicht in het virus bevinden we ons in een andere fase. De overheid richt zich nu breder op het voorkomen van luchtwegvirussen in het algemeen – zoals griep en verkoudheid. De boodschap is helder: we zijn beter beschermd dan ooit, maar het virus is niet verdwenen. Het blijft belangrijk om rekening te houden met kwetsbare mensen en elkaar te beschermen waar dat kan.
Toch blijft er een dubbel gevoel hangen. Hoe snel zijn we vergeten wat ons destijds zo hard raakte? Is het vertrouwen in onze vrijheid hersteld, of zijn we juist te losgeraakt van de voorzichtigheid die ooit levens redde?
Misschien is de echte vraag wel: wanneer is loslaten écht verantwoord?