.
De oplossing voor de huidige huizenmarkt in Nederland ligt mogelijk bij het verhuren van overbodige ruimte in al bewoonde woningen. Circa de helft van de Nederlandse woningbezitters met een koophuis heeft namelijk een gedeelte van hun woning over voor een eventuele medebewoner. Het gaat hierbij om een ruimte van minimaal 12 m². Van deze groep zegt twee op de vijf te overwegen om deze ruimte verhuurbaar te stellen. Dat blijkt uit onderzoek van MarketResponse in opdracht van Univé onder ruim 1.000 respondenten.
.
Hugo de Jonge: ‘Grootschalige rentree hospita’
In de strijd tegen het woontekort pleitte Hugo de Jonge, destijds demissionair minister Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
eind vorig jaar al voor een ‘grootschalige rentree van de aloude hospita.’ Een wetswijziging moet de koudwatervrees bij hypotheekverstrekkers wegnemen en het potentieel van onbenutte kamers benutten. Volgens De Jonge zijn er 900.000 alleenstaanden met een woning van minimaal 90 m² en drie kamers of meer. Hij moedigt hen aan om hun leegstaande kamers aan studenten te verhuren. Bedoeling is om drempels hiervoor te verlagen, wat ertoe moet leiden dat gemeenten hospiteren actief gaan bevorderen. Afgelopen maand informeerde De Jonge de Tweede Kamer nog
per kamerbrief over de wetswijzigingen en informatiecampagne die in voorbereiding zijn om hospitaverhuur te vergemakkelijken en te stimuleren. Volgens Univé zal het aan het draagvlak van huiseigenaren in ieder geval niet liggen.
.
Helft Nederlandse woningeigenaren heeft ruimte over
Het onderzoek van Univé laat zien dat bijna de helft van de Nederlanders (49%) extra ruimte in hun woning heeft (uitgangspunt onderzoek: min. 12 m²) die potentieel gebruikt kan worden voor een medebewoner. Van deze groep overweegt 38% serieus om deze ruimte beschikbaar te stellen voor verhuur. Een kleinere groep (13%) is zeker bereid die extra ruimte te verhuren, vooral alleenstaanden met kinderen. De grootste reden hiervoor is het krijgen van extra inkomsten.
.
‘Vraag en aanbod onder één dak door gebrek aan doorstroom’
Volgens Robert de Ruiter, commercieel directeur van Univé, is er door krapte en gebrek aan doorstroom op de woningmarkt een vacuüm ontstaan waarin huurders en verhuurders elkaar steeds vaker onder één dak vinden. ‘Hoewel onze hypotheekadviseurs het afgelopen jaar een stijgend aantal woningverkopen noteerden onder jonge kopers, zijn de mogelijkheden voor starters nog steeds minimaal. Niet in de laatste plaats omdat huiseigenaren van middelbare leeftijd en ouder hun woning steeds langer aanhouden, ook wanneer hun kinderen uit huis zijn. De overbodige ruimte die ze hebben, blijken velen bereid te zijn te verhuren.’
.
Huisje voor karweitje
Extra inkomsten zijn overigens niet de enige drijfveer om een deel van de woning te verhuren. Uit het onderzoek van Univé blijkt dat meer dan een derde (35%) het aantrekkelijk vindt om de huurder in ruil voor een voordelige huurprijs huishoudelijke taken te laten verrichten, zoals schoonmaken. Vooral jonge verhuurders, tussen 18 en 34 jaar, waarderen het idee van een huishoudelijke tegenprestatie. Daarnaast ziet 26% het bijhouden van de tuin als een groot voordeel wanneer dit door de huurder wordt gedaan, vooral respondenten met een vrijstaand huis. Opvallend is dat hulp bij het doen van boodschappen door mannen (26%) als aantrekkelijker wordt beschouwd dan door vrouwen (11%).
.
Relatie persoonlijker dan bij reguliere verhuur
Dat gedeeltelijke verhuur aan populariteit gaat winnen, is volgens De Ruiter een kwestie van tijd en zal enige verlichting op de woningmarkt geven. Omdat de relatie tussen hospita en huurder persoonlijker is dan bij reguliere verhuur, is het volgens De Ruiter belangrijk om zorgvuldig tot een gezamenlijke overeenkomst te komen. ‘Nadat een hospiteermoment duidelijk heeft gemaakt dat verhuurder en huurder voldoende normen en waarden delen, is het zaak schriftelijk vast te leggen hoe lang, tegen welke prijs en met welke regels en verantwoordelijkheden de overeenkomst wordt aangegaan,’ adviseert de commercieel directeur.
.
Verzekering checken
‘Daarnaast moet de verhuurder controleren of de woonverzekering dekking biedt bij verhuur en welke voorwaarden van toepassing zijn. Schade door huisongelukjes, zoals het vallen en stoten van inboedel, wordt niet verzekerd in het verhuurde deel, waar ook een goed functionerende brandblusser moet zijn geïnstalleerd om bij brandschade op dekking te kunnen rekenen,’ aldus De Ruiter. Hij adviseert huurders en hospita’s verder om allebei een rechtsbijstandverzekering af te sluiten. ‘Wel zo verstandig, want zeker onder één dak kan een conflict of misverstand vervelende gevolgen hebben voor het woongenot van beide bewoners.’