Heerlen, een stad die al jaren worstelt met armoede, drugsoverlast en grensproblematiek, heeft nu ook een trieste primeur behaald: het is koploper in Nederland wat betreft het aantal verdachten van misdrijven. Volgens recente cijfers van het CBS werden vorig jaar per 10.000 inwoners van Heerlen maar liefst 149 personen verdacht van crimineel gedrag, meer dan in grote steden als Rotterdam, Den Haag en Amsterdam.
De diepgewortelde sociaal-economische problemen sinds de mijnsluitingen blijven de stad achtervolgen, en deze vertalen zich in achterstanden op het gebied van gezondheid, inkomen en opleidingsniveau. Met name de drugshandel gedijt in Heerlen, gevoed door de nabijheid van de grens. Hoewel de beelden van het stationsgebied vol junks tot het verleden behoren, blijft drugscriminaliteit een groot probleem in verschillende wijken.
De stad trekt ook kwetsbare gezinnen uit de Randstad aan vanwege de betaalbare woningen, wat de leefbaarheid niet ten goede komt. Ondanks inspanningen van de gemeente, zoals het programma Heerlen-Noord, blijven de criminaliteitscijfers hoog. Burgemeester Roel Wever benadrukt dat deze cijfers niet gerelativeerd moeten worden en pleit voor meer aandacht en steun vanuit de politiek in Den Haag.
Daarnaast is er controverse rond het plan om het aantal agenten in het korps Limburg-Zuid verder te verminderen, wat de burgemeesters in de regio al jaren betwisten vanwege de oneerlijke verdeling van politiecapaciteit. Hoewel de situatie in andere delen van Limburg niet zo alarmerend is als in Heerlen, baart ook daar de stijgende criminaliteit zorgen.
Jongeren vaker verdacht
Jongvolwassenen worden naar verhouding het vaakst verdacht van een misdrijf, met 178 per 10 duizend inwoners van 18 tot 23 jaar. Het aantal jonge verdachten is sinds 2010 ook het sterkst afgenomen. Minderjarigen worden ook relatief vaak verdacht van een misdrijf, namelijk met 139 verdachten per 10 duizend minderjarigen.