Het Regionaal Openbaar Vervoer staat voor aankomend jaar voor een flinke uitdaging, aangezien de ritprijzen naar verwachting met 11,7 procent zullen stijgen. Deze beslissing is genomen door het samenwerkingsverband van decentrale ov-autoriteiten (DOVA), waar ook de provincie Limburg bij betrokken is. Hoewel de provincie Limburg de mogelijkheid heeft om af te wijken van deze verhoging, zou dit betekenen dat zij de vervoersbedrijven moeten compenseren.
De oorspronkelijke berekening in juni gaf aan dat de kostenstijging naar verwachting 11,3 procent zou zijn. Dit percentage is nu dus nog hoger uitgevallen. De stijging wordt veroorzaakt door toenemende kosten voor onder andere personeel en energie, die de vervoerders moeten opvangen. Bovendien is eerder dit jaar in de cao afgesproken dat lonen, met name die van buschauffeurs, met 6 procent zullen stijgen.
Deze tariefsverhoging is specifiek van toepassing op regionaal vervoer, zoals dat verzorgd wordt door bijvoorbeeld Arriva, en geldt niet voor treinvervoer verzorgd door de NS. Het is de tweede keer dit jaar dat ticketprijzen in het openbaar vervoer stijgen, nadat reizigers eerder al 7 procent meer moesten betalen voor een kaartje.
De provincie Limburg heeft samen met andere provincies haar bezorgdheid geuit over de situatie in het regionaal openbaar vervoer en de negatieve gevolgen hiervan voor reizigers. Dit resulteerde in een gezamenlijke brandbrief aan het kabinet.
In de brandbrief wordt gemeld dat de dienstregeling tussen 2019 en 2022 al met 10 tot 15 procent is afgenomen en dat dit zonder tussenkomst van het kabinet naar verwachting in 2024 en 2025 opnieuw zal gebeuren. Tegelijkertijd stijgen de kosten voor reizigers snel. Reizigersvereniging Rover noemt dit 'ongehoord' en pleit voor dringende oplossingen.