In 2022 legden inwoners van Nederland in totaal 44,3 miljard reizigerskilometers af van en naar het werk. Dat is 22 procent meer dan in 2021. Maar vergeleken met 2019 is dat 22 procent minder. Dat meldt het CBS op basis van het verplaatsingenonderzoek Onderweg in Nederland.
In 2022 reisden Nederlanders van 6 jaar of ouder in totaal 180,9 miljard kilometer. Bijna een kwart van alle reizigerskilometers, ruim 44 miljard, ging in 2022 van of naar het werk. Dat komt neer op 16 procent van alle verplaatsingen van Nederlanders.
Het aantal verplaatsingen van en naar het werk is in 2022 met 13 procent toegenomen ten opzichte van 2021. Ten opzichte van 2019, het jaar voordat de coronapandemie uitbrak, daalde het aantal verplaatsingen met 19 procent.
Ook wat reizigerskilometers van en naar het werk betreft was er een toename ten opzichte van 2021 (22 procent) en een afname ten opzichte van 2019 (-22 procent).
Bijna de helft van de verplaatsingen van en naar het werk werd in 2022 gemaakt door bestuurders van een personenauto, gevolgd door 28 procent met de fiets. Van de reizigerskilometers van en naar het werk werd 66 procent afgelegd door personenautobestuurders. De trein en de groep overige vervoerwijzen volgden met elk een aandeel van 10 procent.
Het aantal reizigerskilometers met de trein is van 2021 op 2022 met ruim de helft toegenomen. Mobiliteitsbeperkende coronamaatregelen veranderden sinds maart 2020 het mobiliteitsbeeld. Er werd vooral minder met het openbaar vervoer gereisd. In 2022 gold in het begin van het jaar nog een lockdown. Na 15 februari mochten mensen weer de helft van de tijd op kantoor werken. Vanaf maart vervielen vrijwel alle maatregelen.
Er werden meer kilometers met de trein en met bus, tram en metro gereisd van en naar het werk dan in de twee jaren ervoor. Het aantal reizigerskilometers per spoor van en naar het werk verdubbelde bijna van 2021 op 2022, het overige openbaar vervoer nam toe met bijna de helft.