De temperaturen dalen, pepernoten liggen in de winkels en de zomerjassen gaan de kast weer in. De winter komt eraan. En bij de winter hoort ook vorst en slecht weer. Dat kan voor gevaarlijke situaties op de weg zorgen. Bereid je dus goed voor als je met de auto op pad gaat. Met deze tips ga jij veilig de weg op in winters weer.
1. Wissel je zomerbanden in voor winterbanden
Wanneer de temperatuur onder de 7 graden daalt, ga je veiliger de weg op met winterbanden. Met het aangepaste profiel en zachtere rubbersamenstelling heb je meer grip op een gladde weg. Dit maakt je remweg korter, waardoor je veiliger de weg op gaat. Ook vierseizoenenbanden (all-season) zijn in Nederland vaak een goede optie. Die hoef je niet te wisselen.
Ga je op wintersport? Kies dan altijd voor banden met een sneeuwvloksymbool erop. Er is in wintersportlanden namelijk een grotere kans op sneeuw en vorst. Daarnaast is het in Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk, Zweden en Zwitserland verplicht banden te hebben met het sneeuwvloksymbool. Ook als je door het land rijdt onderweg naar je wintersportbestemming. Wissel dus je banden en voorkom een boete. Koop je nieuwe winterbanden en wil je meer weten over de eisen waar ze aan moeten voldoen? Kijk op www.kiesdebesteband.nl/bandenlabel.
2. Zorg voor goed zicht
Niet alleen goede winterbanden zorgen ervoor dat je veilig op weg kunt. Je moet ook vrij zicht hebben om op tijd te kunnen reageren op de weg. Om slecht zicht in de winter te voorkomen kun je de volgende dingen gebruiken:
3. Doe de bandencheck
Of je nu je banden elk seizoen wisselt, of vierseizoenenbanden hebt, controleer je banden regelmatig. Kijk of ze geen scheurtjes, bobbels of schade hebben. Check ook de profieldiepte en de bandenspanning. De juiste spanning vind je in het instructieboekje, op een sticker aan de binnenkant van de deur of tankklepje, of op watismijnbandenspanning.nl. Door regelmatig je banden te checken rij je veiliger én zuiniger.